Nog even doortrappen. De kuiten branden, langzaam wordt de pijn ondragelijk. Het asfalt voor hem lijkt langzaam te veranderen in een brede sloot van teer. Zijn banden worden er in weggezogen. Staand op de pedalen, zittend in het zadel, doorgaan, doorgaan, klinkt in zijn hoofd.
Een wielrenner in de bergen gaat over pieken en komt door dalen. Hetzelfde gevoel heb je in het leven. Mijn ontdekkingstocht naar werk, als een bergetappe in de Tour de France. Altijd alert, overal rekening mee houdend, de volle overgave en de pieken en dalen.
De hoop, als een zaadje in de grond dat opbloeit in de zwarte aarde. Dag na dag een beetje water een beetje mest. Een haagje als bescherming tegen de felle westenwind. Koesterend dag in dag uit. Iedere morgen bij dag en dauw, voorzichtig glurend door de beslagen ramen, hoe staat het erbij?
De ontgoocheling, als het wakker worden na een feest waar je net even te veel gedronken hebt. Had ik maar… en had ik maar niet… Waar ging het mis en waarom. Waarom? Kan ik het nog wel en hoe nu verder…
De verbetenheid, als de terriër aan de broekspijp van de postbode. Doorbijtend en vasthouden aan de gekozen weg. Steeds opnieuw vastgrijpen aan die kans die voorbij komt. Wetend dat er een dag komt dat het zal lukken. Keer op keer jezelf uitvinden en het opnieuw proberen, vandaag gaat het lukken.
De vermoeidheid, als het wegzakken in drijfzand. De steeds zwaarder wordende armen en benen. Het hoofd zwaar en vermoeid, vol met gedachten en leeg van ideeën. Steeds maar willen slapen en weten dat het nu niet het juiste moment is. Maar wanneer dan, ik wil rusten, dagen lang.
De zege, als het gevoel dat je weet dat je er komt en je toch nog verrast als het er is.
De renner die wint, heeft na de etappe het minst last van de pijn en herstelt het snelst. Het was zwaar maar de winner herinnert zich het moment van demarrage eerder dan de pijn die hij leed. Winnen is als doping, maar dan eentje die niet voorkomt op de dopinglijst van het UCI.