De kamer is leeg. Hier beneden is het stil. Boven slaapt iedereen nog op dit vroege uur in de ochtend. Mijn hoofd zit vol, vol met gedachte. Solliciteren, de mail aan …, en straks de kinderen weer naar school, de vakantie is voorbij. Maar nu nog even niet. Ik schrijf ‘dingen die niet kunnen wachten’ op een lijstje, voor straks. Langzaam raakt mijn hoofd leeg van dringende zaken. Dan pak ik mijn onderwerp. Wat weet ik er eigenlijk van? Ik lees wat op het Internet: “Ah dat is ook interessant”. Al snel slaat de afleiding weer toe. Ik plot het in Evernote, mijn bak van gedachten voor later. Ik keer weer terug naar de rust en begin te spelen met mijn idee. Dan voel ik het potlood bewegen, de eerste lijnen op papier.
Mijn vorige blog als oproep aan IT architecten om te stoppen met vertalen en eerst een gemeenschappelijk beeld te creëren, leidt tot discussies in de verschillende linkedIn forums. Het gemeenschappelijk beeld staat centraal in deze discussies. Een gezamenlijk beeld: kan dit wel, wil ik dit wel, is de teneur van de reacties. Een stap verder – Hoe werkt verbeelding van een gezamenlijk beeld, komt nog nauwelijks aan de orde.
In een groepssessie waar ik aan deelnam, gebeurde het als volgt:
Iedereen is fel in gesprek, de kamer bruist van energie. We zitten duidelijk op het goede spoor maar we kunnen het nog niet benoemen. Ik merk dat ik afdwaal in mijn gedachte, ik zie iedereen praten, inclusief mijzelf. Slechts flarden van het gesprek dringen in mijn hoofd. Daar dansen ze rond en vormen ze langzaam een beeld. Eerst vaag en alleen met contouren, maar langzaam komt het helderder naar voren. Als ik het uitspreek, zit ik weer midden in het gesprek. “Wat een goed idee, daar gaan we mee door, Laurent’s idee”. “Nee hoor, dat is niet van mij. Ja, voor een stukje, maar ook een stukje van … en van …” Ze horen mij al niet meer. En ze zijn volop aan de slag met ‘mijn’ idee.
Mijn creativiteit is vaak het koppelen van gedachten. Hoe werkt dat nu, vraag ik mij al tijden af. Onderaan in de vorige blog somde ik mijn inspiraties op. Als puzzelstukjes die mij helpen een beeld te vormen en te begrijpen hoe het werkt. Deze week kwam daar weer een stuk van de puzzel bij. In een artikel dat een collega deelde zaten 2 video’s over linker en rechter helft van ons brein. Niet de traditionele verdeling in beredenerend en verbeelding. Daarvoor heb je beide helften nodig aldus Iain McGilchrist.
Rechterdeel van ons brein gaat veel meer over context, alert voor het onbekende en linkerdeel is meer gespecialiseerd in detail van het bekende, met patronen die versimpelen en die heden verleden en toekomst koppelen. Zie Iain McGilchrist’s voorbeeld van het vogeltje. Meer nog trok mij de boodschap die ik in beide video’s las. De westerse wereld is te ver doorgeslagen in gebruik van onze linkerkant. De patronen die we begrijpen en waar we alles in willen vatten. Jill Bolte Taylor’s in haar video “stroke of insight” doet zelfs aan het eind een emotionele oproep met als strekking: “Hoe meer tijd we in onze rechterhelft door brengen hoe meer vrede we uitstralen en hoe vrediger de wereld wordt”.
Jill Bolte Taylor – Stroke of insight (minuut 17:52):
Hoe kom ik tot een beeld? Misschien tijd doorbrengen in mijn rechter hersenhelft?
Mijn tekening is bijna af. Ik oefen mij in de essentie weergeven van problemen die bedrijven in het nieuws ondervinden. Deze keer ProRail/NS.
“Oeps is het al zo laat”. Vlug maak ik iedereen wakker, de dagelijkse routine begint.