De dijk slingert door het Hollandse landschap. Ontluikende ochtend, dauw hangt over de weilanden. Het water aan de ene kant, koeien aan de andere kant.
“Blijf staan.” verbaasd en hulpeloos kijk ik naar mijn vriend.
“Echt?” Ze komen recht op me af, een stuk of 10 koeien, in volle draf. Mijn vriend zetten me neer, op het midden van de weg. “Armen wijd houden en blijven staat,” zei hij. En nu sta ik daar, hulpeloos alleen. ZIJ zijn met z’n tienen en met 30 keer zoveel gewicht.
Soms moet je recht blijven staan, ook als het zweet je aan alle kanten uitbreekt. Vertrouwen op zij die er meer verstand van hebben dan jij. Je rug recht houden noemen ze dat. In sommige situaties is dat heel moeilijk. De organisatie komt als het ware op je afstormen. Het moet nu geregeld worden. De escalaties vliegen je om de oren. Je gaat bijna door de knieën…
De grond trilt onder mijn voeten. Ik voel de adem van de eerste koe zowat in mijn gezicht. Hun geur bereikt mijn neusgaten. Nauwelijks hoor ik mijn vriend nog bemoedigend roepen: “Blijf staan, armen wijd.”
Als ook mijn leidinggevende binnen komt stormen voel ik het laatste beetje moed vervliegen. Ergens in mijn achterhoofd klinkt zacht de roep van de techneuten. We lossen het op, informeer jij de organisatie, dan kunnen wij doorwerken. Onopvallend sluit ik de deur achter mij en raap mijn laatste beetje moed weer op: “Heren en dames, er wordt hard aangewerkt, nog even geduld, er komt zo dadelijk meer duidelijkheid.
Ik voel de bezeten lijven net voor mij langs schieten. Eén voor één verdwijnen de koeien door het openstaande hek het weiland in. Mijn vriend komt lachend aangelopen:“Stadsmensen”. Hij sluit het hek van de wei en we lopen samen naar de boerderij: “Koffie?”