De heerlijke warmte van de late lentezon op mijn gezicht. De wind waait vanachter door mijn haren. Ik zet mijn kraag iets omhoog. De geur van zee, zand en stand worden vermengd met de geur van koffie, gebak, snoep en ijs. Muziek uit de strandtenten klink dan weer harmonisch dan weer kakofonisch door elkaar.
“Ter hoogte van welke strandtent zijn we nu, denk je?”
Ik luister naar de muziek en doe een gok. Hoe weinig namen ik me weet te herinneren.
Geluiden van voorbijgangers klinken zo dichtbij. Ik schrik, een skater of een fiets? Ik probeer het los te laten. Concentreer me op deze zilte geur van de zee, de koude wind langs mijn nek en de rustige stem van mijn vrouw. Mijn arm stevig gehaakt in de hare. Ik probeer te ontspannen. Mijn hand voelt verkrampt aan. Het lukt blijkbaar niet al te best.
“Lekker zo hé, ontspannend, zo met je gezicht in de zon.”
“Nou niet echt” Ik gluur door mijn oogharen, zijn die skaters echt zó dichtbij?
“Vertrouw je me niet?”
“Nee dat is het niet, maar als controlfreak kan ik moeilijk loslaten.”
Bang voor vliegen? Niet echt, maar prettig is anders. Het idee dat je niks kan doen als het toestel naar beneden komt. Bij een zinkende boot kan je nog zwemmen, denk je dan. Zelf vliegen gaat het niet worden. Toch heb ik op een van mijn eerste vliegreizen gevraagd of ik in de cockpit mocht komen kijken, dat mocht. Relax praten de piloten met mij. Geen handjes aan het stuur, de automatische piloot deed zijn werk. Toch zat ik daarna een stuk prettiger, een beetje controle had ik terug.
Is het als manager ook belangrijk om de controle los te laten? Zeker als je, zoals ik, zelfsturende teams bepleit. Professionals zijn er het meest bij gebaat als je ze niet voor de voeten loopt. Dienend leiderschap. Als mensen nou jarenlang gewend zijn aan directieve sturing? Van jou duidelijkheid verwachten en je vragen: “Wat moet ik doen!”
Of als je de teamleden vraagt wat ze vinden van de nieuwe vrijheid en verantwoordelijkheid die komt met zelfsturende teams. “Ik kan hier goed mee omgaan, maar er zullen er vast zijn die er misbruik van maken.” Is bijna de standaard reactie die je krijgt.
Loslaten en de dynamiek van de groep zijn werk laten doen. Als er iemand gaat verzaken, zorgt dit voor spanning in de groep. Als je daar scherp op bent, kun je zien of het team er zelf uitkomt. Het proces ondersteunen en waar nodig het gesprek faciliteren. De controle loslaten, daar gaat het om.
Na 10 minuten begint het te wennen om met gesloten ogen te lopen. Eindelijk kan ik genieten van de zon, de geuren en het geluid. Dan slaan we linksaf naar huis. De koude wind slaat ineens vol op mijn gezicht. De zon is verdwenen achter de huizenblokken. Op weg naar huis, het weekend is bijna voorbij.
Hallo Laurent,
We hebben het wel eens gehad over situationeel leiderschap. Sommige mensen hebben voor sommige taken (tijdelijk) directieve aansturing nodig, voor andere taken coaching, voor sommige taken sparring en voor andere moet je ze de volledige vrije teugel geven. Interessant is of een zelfstandig team dit leiderschap zelf bewust kan uitvoeren. Ze zijn dan niet alleen bezig met het gewenste resultaat te halen, maar helpen elkaar ook zich te ontwikkelen.
Een ander invalshoek is dat je als ondersteuner van of in het team het team situationeel begeleidt. Dus voor sommige zaken laat je het team de volledige vrijheid en voor andere geef je nog instructie, coach je ze en spar je met ze om verder te komen.
Ik denk dat dit overigens altijd zo zal blijven. De werkelijkheid is weerbarstig en mensen willen altijd we nieuwe dingen ontdekken. Dus er blijft altijd wat te leren. Het team is op een bepaald moment zo zelfstandig dat ze inzien dat ze voor sommige (nieuwe) zaken hulp van buitenaf nodig hebben.
Voor de rest herken ik het gevoel ook vanuit de privé situatie bij het opvoeden van kinderen.
Goedenavond Frans,
Hartelijk dank voor je reactie. Mooi dat je situationeel leiderschap erbij haalt. Dat was niet mijn insteek maar dat past hier ook uitstekend op. Ook je andere invalshoek, die vanuit het team. hoever zijn die en waar kan ik ie ondersteunen vind ik erg goed. Dat het altijd zo zal blijven klopt ook met situationeel leiderschap, want bij iedere taak die je begint ben je weer opnieuw novice en heb je weer directieve aansturing nodig (als is het maar heel kort).
Mijn moeder vertelde me altijd een ding dat het moeilijkste was aan opvoeden. Loslaten. Je weet dat als je je kinderen probeert vast te houden, met alle goede bedoelingen dat het op een gegeven moment ontspoort. Wat wat is nu het goede moment om los te laten… Het mooie aan het verhaal van mijn moeder is, dat ze zei:”Op een gegeven moment herkent je niet meer wat je je kinderen hebt meegeven. Je denkt dat ze een hele verkeerde kant op gaan. Toch moet je loslaten. Pas na jaren, en dat is lang als je het als ouder verkeerd ziet gaan, zie je dat jouw kind wat je hebt meegegeven heeft vertaald naar zijn persoon. Je meer en meer dingen terugkomen, maar in een hele nieuwe eigen vorm.” Loslaten in de privésituatie is nog uitdagender dan op het werk.