Voorzichtig loop ik de trap af. De brede eiken houten leuning geeft steun in mijn zij. Mijn voeten plaats ik een voor een op de smalle treden. De stapel borden in mijn handen rammelen bij iedere tree. Bij de draaiing van de trap schuif ik met mijn zij van de leuning naar de muur. Ik probeer mijn elleboog naar voren te schuiven om steun te zoeken op de leuning. Op het moment dat mijn elleboog de leuning raakt begint het bovenste bord van de stapel te schuiven. Iets te vlug kantel ik de stapel borden naar voren om het bord terug op de stapel te krijgen. Op dat moment schuift het bord van achter de stapel af. In een oogwenk zie ik het bord langs de stapel naar beneden komen en in een flits steek ik mijn hand uit om het bord op te vangen. Was dat wel de goede keuze…?
Keuzes maken.
Vaak zijn we te druk en nemen ook nog wat werk van die zieke collega erbij. Dan is het handig als je een programma manager hebt die wat richting geeft. Al zal alleen richting niet iedereen helpen. Waar ik in mijn vorige blog het gebrek aan keuzes besprak gaat het nu over: In alle hectiek de juiste keuzes maken. Om een beetje bij de borden te blijven ken je vast wel deze circusact van bv.
David Burlet:
Wildwatervaren, ook zo’n metafoor. Geen tijd om na te denken. Links, rechts, links. Rotsen ontwijken en op tijd de juiste doorgang kiezen. Letterlijk in het diepe gegooid worden.
We zijn lang niet allemaal circusartiest of sportman. Al voelen we onszelf soms wel eens bordengoochelaar of vinden we onszelf terug in een wildwaterbaan. Iedereen trekt aan ons, niemand is tevreden en gister is al te laat. Wat moet je dan doen?
“Wie altijd roept dat hij/zij het druk heeft kan geen prioriteiten stellen.” Prioriteiten stellen helpt, als je ook keuzes durft te maken en deze te communiceren. Het maakt mensen vaak niet zoveel uit hoelang je er over doet, als je maar wel voorspelbaar bent. Als ik zeg dat ik iets morgen klaar heb en het wordt volgende week, heb ik een probleem. Als ik zeg dat ik eind van de week klaar ben en vrijdagmiddag pas laat weten dat ik het niet red, heb ik een probleem. Maar als ik zeg volgende week en ik ben morgen al klaar of halverwege de week geef ik aan dat ik een foute inschatting heb gemaakt, is er vaak niks aan de hand. Plannen en prioriteiten stellen heeft alles te maken met verwachtingsmanagement. Voorspelbaar zijn en op tijd communiceren als er iets dreigt uit te lopen.
Terwijl ik het bord in mijn uitgestoken hand vang, bevindt mijn rug zich wederom op de leuning van het onderste trapdeel. Met een uiterste inspanning krijg ik de hellende stapel weer in balans. Met een zucht van verlichting neem ik de laatste treden en zet de borden op de tafel. Trots gloeit van binnen dat ik het toch heb gered.
“Stommeling” zegt mijn vrouw. “Loop gewoon twee keer in plaats van die halsbrekende toeren.” De trots wordt vervangen door het gevoel te zijn betrapt.