Om met elkaar te kunnen communiceren hebben we allerlei afspraken ‘vastgelegd’ in bijvoorbeeld taal, gedragsregels en wetten. Deze zijn lang niet zo formeel als een computerrsysteem vereist. In mijn blog van vorige week hadden we een oplossing gevonden voor het probleem van Piet. “Piet is volwassen”. Dat lijkt heel eenduidig, maar in de context van andere landen en wetgevingen kan dat waar zijn of niet. En als Piet in de kroeg weer eens raar doet, dan krijgt de uitspraak “Piet is volwassen” een ironische lading. Als we nu context toevoegen, zoals Paul Oude Luttighuis heeft gedaan met Essence, dan is “Piet is volwassen” met de context “volgens de Nederlandse wet” eenduidig waar.
Lost dit helemaal het probleem van eenduidigheid op? Niet helemaal, zoals eerder besproken in mijn blogs, ga ik ervan uit dat ‘de werkelijkheid’ niet bestaat. Dat wij onze werkelijkheid creëren in ons hoofd terwijl we in interactie zijn met onze omgeving.
Een omgeving die ook nog eens continu aan verandering onderhevig is. Zodanig zelfs dat we over de tijdsgeest spreken als we het over de heersende normen en waarde van een bepaalde periode in het verleden hebben. Dat we daarmee in een heel andere werkelijkheid leven dan bijvoorbeeld in de jaren 60 van de vorige eeuw zal niemand ontkennen.
Toch zit er nog wel code uit die tijd in bepaalde computerprogramma. Meestal is dit niet zo’n probleem omdat veel programma’s continu worden aangepast als er iets veranderd, bv in de wetgeving. Rond het jaar 2000 leek deze oude code wel een probleem op te leveren, beter bekent als Y2K. Ik heb toen voor het eerst van mijn leven en hopelijk voor het laatst de oud en nieuw nacht op het werk doorgebracht.
Wat hier vooral duidelijk wordt is dat computersystemen alleen kunnen functioneren binnen een van te voren bepaalde context. Het is te vergelijken met met dieren. Veel dieren kunnen alleen maar overleven binnen hun habitat (leefgebied). Zo is niet alleen jacht en vervuiling er verantwoordelijk voor dat vele soorten uitsterven, maar vooral ook het verminderen van het leefgebied. Denk maar aan de grootschalige ontbossing van het tropisch regenwoud.
Computersystemen zijn dus helemaal niet zo flexibel als vaak gedacht wordt. Je kan zeggen dat alle flexibiliteit ontstaat door de continue aanpassingen aan computersystemen. Als computersystemen dat aanpassen nu eens zelf zouden kunnen, zich aanpassen aan de omgeving. Wordt het dan niet veel beter? Hierover in mijn volgende blog…
Dit blog kwam wederom tot stand na de dialoog met Frans van Koppen Bedrijfsarchitect bij Ordina.
Computer systemen worden steeds flexibeler, oplossingen voor de eindgebruiker worden vaak als gevirtualiseerd zodat deze niet meer afhankelijk is van de hardware en deze makkelijker schaalbaar is naar gelang het gebruik ervan toe of juist afneemt.