Jan was een man met een plan. Hij hield niet van onzekerheden en stippelde zijn routes altijd nauwkeurig uit.
– Een lijst met spullen voor op reis.
– Een lijst met bezienswaardigheden,
– Een lijst met adressen van te bezoeken mensen, en nog veel meer.
Alles werd keurig vastgelegd. Er kon nu niets meer misgaan.
Al fietsend langs en door de mooie Hollandse polders zat Jan tevreden op zijn fiets.
“Tring tring ping” Ah tijd voor thee. Jan stapte af en begaf zich op het bankje langs de weg. Precies zo als hij van te voren gepland had. Na de thee pakte Jan zijn regenpak en trok het aan. Er was regen voorspeld en Jan was voorbereid.
“Pssst”
“Ahum, dat zit niet in de planning”, zei Jan hardop. Zijn fietsband liep leeg. Natuurlijk was Jan voorbereid op deze kleine tegenslag en niet veel later zat Jan weer op de fiets.
“Mmmm, 10 minuten vertraging, als ik nu wat harder doortrap haal ik dat die vertraging zo weer in,” dacht Jan. Al trappend kreeg Jan het steeds warmer. Het extra trappen én de zon op zijn plastic regenpak maakte dat hij steeds meer ging zweten. Bij de volgende stop zou hij zijn regenpak toch maar weer uit doen. Van de voorspelde regen was in geen velde of wegen iets te zien.
Gutsend van het zweet stapte Jan van zijn fiets, hier was zijn favoriete rustplaats. Hij was nog maar 5 minuutjes achter op schema. “Als ik de pauze wat inkort lig ik weer helemaal op koers,” was zijn gedachte op weg naar de deur van het café. “Op slot?” Jan rammelde aan de deur, zat die alleen klem?
“Wegens ziekte gesloten”, stond er op het briefje achter de ruit. Geenszins uit het veld geslagen liep Jan terug naar zijn fiets. Hij raadpleegde zijn lijst met adressen. 10 minuten verder was nog een ander café, ietwat vervuild, niet echt wat hij voorstond. Of een extra kwartiertje fietsen, een klein beetje om een zaak met een prachtig terras. Nu met de zon was dat wat waar Jan voor ging. Hij paste zijn plan aan, dan maar wat later vandaag. Het regenpak ging in de tas en vrolijk ging Jan weer op pad. De dag liep verder voorspoedig en Jan vorderde snel.
Inspelen op verandering boven het volgen van een plan, Jan wist niet van het Agile Manifesto en al fietsend kwam langzaam de onrust weer terug. Gelijk met de dreigende wolken en de eerste spatjes regen. Jan zette weer aan. Kon hij voor de regen bij zijn volgende rustplaats zijn?
Nu lijkt het me dat een fietser het Agile Manifesto niet perse hoeft te kennen, maar dat is een beetje flauw het gaat tenslotte om de metafoor.
Ik denk dat er een mix is van plannen en vaardigheden om te reageren op veranderingen. In de planvorming maak ik voorlopig even onderscheid tussen het operationele plan, waarmee we afspreken wat we in welke volgorde op welk tijdstip door wie laten doen en de “wat, als” plannen. In de laatste categorie hebben we een plan bij een bepaald type gebeurtenis. Ik zou toch zeggen dat de laatste categorie pas binnen de scrum aanpak. Als er een nieuwe wens komt (vertaald naar user story) hebben we een procedure om te bepalen wat hiervan de invloed is op de product backlog, sprint backlog en sprintplanning. Zo had Jan zijn plan ook kunnen aanpassen. Als het gaat regenen dan trek ik mijn regenpak aan.Voorbereiding maakt dan dat je manouvreerruimte hebt om op bepaalde veranderingen te reageren. Zo bestaan er ook calamiteitenplannen.
Als we hier rekening mee houden hebben we goed geluisterd naar Murphy. Maar let op: Murphy is een optimist. Hij gaat namelijk uit van een begrensde verzameling van mogelijke verstoringen. Die dan ook allemaal zullen optreden. Maar daarnaast is dan een onbegrensde verzameling van verstoringen die we helemaal nog niet kennen en ook zullen optreden. Jan kan voorspellen dat het wel eens zal regenen en ook dat het mogelijk is dat hij een lekke band krijgt. Wat hij niet wist dat die ochtend de generaal had beslist om een schietoefening moest worden gehouden en dat daardoor een deel van zijn route was afgesloten. Dan komt het aan op improvisatie vermogen. In dit soort gevallen grijpen we (vaak onbewust) terug op ons abstractievermogen. We zoeken naar situaties in het verleden die gemeenschappelijke kenmerken vertonen met de situatie waarin we nu verkeren en bedenken hoe we toen hebben gereageerd en wat we daar weer van hebben geleerd. Nogmaals dit gebeurt vaak onbewust en in een deel van een seconde. Het komt dan aan op abstractievermogen. Als je dat goed kunt, komen er vaak meer oplossingsalternatieven naar boven.
Jan herinnert zich die keer dat zijn vliegtuig naar Parijs grote vertraging had en hij moest wel op tijd daar op een afspraak zijn. Hij wist nog dat hij toen naar de informatiebalie ging en de medewerker daar heeft hem kunnen helpen met een alternatief via Brussel. Jan ziet links van hem een boerderij liggen. Daar maar eens vragen op er alternatieve routes zijn naar zijn einddoel. Misschien kan hij daar ook wel even uitrusten hebben ze ook wel een glas water of melk om zijn ergste dorst te lessen.