Rennen! Ik wil het eerst bij de uitgang zijn.
En daar kwamen ze wéér voorbij. De jongetjes op zoek naar de uitgang van het doolhof. Heel hard door een doolhof gaan rennen brengt je niet sneller bij de uitgang. Even stilstaan, nalopen waar je bent geweest misschien wel, Een helikopter view zeker, maar dat is bij een doolhof vals spel.
Van hard werken is nog niemand dood gegaan, zegt men. Is het effectief?
In zware tijden wordt vaak op mensen bezuinigd . Veel werkgevers zien arbeid als een kostenpost. En dan kan het werk gewoon met minder mensen gedaan worden…
– Iedereen een stapje meer doen,
– iets harder werken,
– de schouders eronder,
– even door de zure appel heen bijten.
Dan komen we deze moeilijke tijd wel door.
Gaat harder werken helpen, krijgen we dan meer voor elkaar?
Het omgekeerde lijkt waar: Meer vrije tijd zorgt voor meer productiviteit. Leslie Perlow, hoogleraar leiderschap aan Harvard Business School, deed samen met Harvard-collega Jessica Porter vier jaar lang onderzoek onder consultants van de Boston Consulting Group. De consultants kregen verplicht een avond per week vrij en mochten ze na zes uur niets meer aan werk doen. Na afloop van het experiment gaven de consultants aan een betere werk-privé-balans te hebben, beter te zijn gaan communiceren, meer te leren, zich beter te ontwikkelen en een beter product aan de klanten te leveren door de verplichte vrije tijd. Zoals te lezen is in een artikel van Lilian Polderman op MT.nl, waar ook nog 4 andere mythes rond productiviteit worden ontmaskerd. 5 mythes rond productiviteit ontmaskerd
Waarom is productiviteit zo verbonden met harder werken en helemaal meegesleept worden in je werk. Bij sommige bedrijven is dat zelfs de norm. Rennen door het doolhof is er de norm.
Als jongetjes het eerste bij de uitgang willen zijn. Waarom?
Veel mensen durven niet even niks te doen, stil te staan in het doolhof. Stilstand is achteruitgang is ook een bekend uitspraak onder managers. Zoals ook te lezen in het artikel van Lilian Polderman, waren de consultants aanvankelijk helemaal niet blij met meer vrije tijd. Het zit dus blijkbaar diep geworteld in onze cultuur vooral vooruit te willen. De relativering die Wim Sonneveld hierbij aanbracht is treffend: “Vooruitgang – zorgen dat alle Eskimo’s centrale verwarming krijgen, zodat ze zich rot moeten werken om een ijskast te kopen”.
Ook in mijn eigen praktijk vond ik een mooie relativering.
Mijn werk bracht me om Trinidad en Tobago waar we voor Heineken, de IT voor een nieuw verkoopkantoor inrichten. De eveneens nieuwe manager, die wij al kenden vanuit haar tijd in Londen, was een echte mannetjesputter (als je dat kan zeggen van een vrouw). Zo probeerde zij verwoed een afspraak te regelen om iets gedaan te krijgen van de werknemers die bezig waren met de verbouw van de loods. Keer op keer werd de afspraak gemaakt voor de volgende middag. Maar ’s middags verscheen er niemand. Zo observeerde ik dat ze na de lunch alleen terugkwamen om hun spullen op te halen. Gingen ze ergens anders werken, hadden ze genoeg gewerkt voor die dag ik weet het niet, maar niemand scheen zich er druk om te maken. Dan maar aanpassen dacht ik en adviseerde de manager om te vragen om een afspraak in de ochtend. En dat werkte.
Even stilstaan in het doolhof, goed om je heen kijken, even terug denken en dan de goede richting in lopen. En zo kwam ik bij de uitgang. Nog net voor de jongetjes…